Wednesday, July 13, 2022

Roadtrip - deel 2: Jutland

Na Kopenhagen is Aarhus de grootste stad van Denemarken. Het is een studentenstad en dat merk je gelijk aan de levendige sfeer. We verblijven hier drie nachten. De eerste dag nemen we de tijd om de stad te ontdekken. De Latijnse wijk is het meest charmant met haar klinkerrijke straatjes, leuke boetiekjes en caféetjes. De Åboulevarden is ook een aanrader. Het is een promenade met een aantal leuke restaurants met terras langs het water van de Aarhus rivier (de Århus Å). Je kunt er heerlijk mensen kijken. We eten daar elke avond bij een ander restaurant. 
Wat je ook niet mag missen is het ARoS kunstmuseum. Het gebouw wordt gesierd door 'Your rainbow panorama'. Vanuit onze hotelkamer zien wij bezoekers de hele dag door de regenboog lopen. Dat willen wij natuurlijk ook zelf ervaren. Daar verwijst de titel ook naar: iedereen heeft een eigen ervaring. Het is leuk om te doen. Vond geel het meest prettig om doorheen te kijken. Ondanks dat blauw natuurlijk mijn kleur is. Verder zijn er in het museum veel wisselende tentoonstellingen. Niet per se onze smaak, maar daar kunst draait natuurlijk ook mede om dingen zien en ervaren die je normaal niet doet. Er hangen overigens zeker ook een aantal mooie schilderijen. Verder brengen we een bezoekje aan de botanische tuin en het stokrozen-gekleurde-huisjes-straatje Møllestien. 
 
           
 
 
          
 
 
 
Ik vergeet trouwens dat onze eerste stop in Jutland helemaal niet Aarhus was, maar Billund. De stad van de Lego. De meesten kennen het van Legoland, maar wij houden het bij een bezoek aan het Legohuis. Hier is van alles interactiefs te doen (je kunt onder andere racen met je zelfgemaakte raceauto, bijen voeren met Legorobots of je eigen creatie tot leven laten komen en een dansje zien doen) en overal staan sowieso bakken met lego om mee te bouwen. Maar het mooiste is eigenlijk dat de ouders het net zo naar hun zin hebben als de kids. De geschiedenis van het merk is in de kelder te vinden. Onze favoriete etage. Niet alleen omdat we hier lego en Fabuland tegenkomen dat we vroeger zelf hadden, maar ook omdat het inspirerend is om te lezen hoe het merk groot is geworden en hoe het groot heeft weten te blijven. Heel knap, net zoals over hoe alles tot in de kleinste details in het Legohuis is nagedacht. 
 
Goed, weer terug naar Aarhus. De tweede dag pakken we de auto om naar het plaatsje Ebeltoft te rijden. Dit ligt in natuurpark Mols Bjerge. Eerst nog een stop bij Postkær Stenhus, het oudste hunebed van Denemarken. We maken daar ook nog een korte wandelng waar ik deze (heel mooi gelukte…al zeg ik het zelf) foto maak van de eenzame boom. Ebeltoft is een plaatsje aan de kust met een aantal gezellige winkelstraatjes. Er zijn ook veel restaurantjes en voor de lunch kiezen we er willekeurig een uit. Het blijkt een schot in de roos. Het is een oud pand met houten balken, er staat een echte kaars op tafel in een koperen kandelaar en we eten er heerlijk smørrebrød met onder andere zelfgemaakte kipsalade. En het ziet er ook zo mooi uit. Op de terugweg willen we nog een wandeling maken, maar op de informatieborden staat niet aangegeven hoe lang de routes zijn. We starten, maar na een aantal minuten flink klimmen kiezen we er toch voor om weer terug te gaan naar het hotel. We hebben niet de juiste schoenen aan en moeten sowieso nog een uurtje rijden. 
 
     
 
 
Tot nu toe hadden we alleen het hotel in Odense vooruitgeboekt en het blijkt niet altijd gemakkelijk om kort van tevoren een hotel te vinden waar we naartoe willen. Er wordt nog veel aangeboden waar je een gedeelde badkamer of toilet hebt. Tja... Uiteindelijk kiezen we ervoor om de volgende twee nachten in Esbjerg te slapen. Op weg daarnaartoe stoppen we in Ribe. Dit is een middeleeuws stadje dat in de reisgids en allerlei blogs wordt aangeprijsd. En niet zonder reden. Ook hier een grote kerk in het midden, waar we natuurlijk even naar binnen lopen, met eromheen allemaal leuke authentieke klinkerstraatjes. Er loopt ook een kanaal door Ribe met nog een heus schoepenrad. Ik beland ook nog in een tweedehanswinkeltje waar ik 2 oude lijstjes op de kop tik. Eigenlijk om hetgeen erin zit eruit te halen en ze voor iets anders te gebruiken, maar de alleraardigste eigenaar van de winkel geeft mij een korte geschiedenisles. In een van de lijstjes zit een authentiek stembiljet van toen er gekozen kon worden welk gebied er bij Duitsland moest gaan horen en welk gebied bij Denemarken. Was vast na een bepaalde oorlog, maar dat heb ik niet onthouden. Ik laat het voorlopig maar even in het lijstje zitten... 
 
Esbjerg op zondagavond blijkt volledig uitgestorven. Het heeft een van de langste Deense voetgangerstraten met allemaal winkels, maar er is bijna niemand te bekennen. De Denen genieten op zondag echt van hun rust, wordt ons verteld door de ober van het restaurant waar we eten (gelukkig is er iets open). Ze hebben alleen een Deense kaart en trust me, daar is soms geen chocola van te maken, maar we eten lekker. Het valt op dat alles hier echt vers is. De hotelkamer heeft jammer genoeg geen airco (en is niet de enige daarin is onze ervaring) en we verschuiven het bed omdat je er anders maar van 1 kant in kan. Het hotel is pas een half jaar open, dus hier is wat ons betreft niet goed over nagedacht. Alles is wel op en top naar Deens design ingericht en je ontbijt met een prachtig uitzicht op de 17e verdieping.  
Op maandag rijden we eerst langs 'Man meets the Sea'. Vier 9 meter hoge witte beelden die uitkijken over de oceaan. Daarna gaan we nog even het centrum in en nou ja, op maandag zijn de Denen weer out in full force. En tot mijn vreugde is er op het centrale plein waar we de avond ervoor gegeten hebben een kofferbakmarkt! Erik oppert nog om eerst even door te lopen, die ziet de bui al hangen, maar je kunt natuurlijk niet het risico lopen dat iemand voor je net datgene wegkaapt wat je wil hebben. Dus we struinen eerst langs de kraampjes. Oké en om Erik tegemoet te komen eten we daarna een lekker taartje op het terras. 
Esjberg is de vier na grootste stad van Denemarken (hou je het nog bij: Kopenhagen, Aarhus, Odense en dan dus Esbjerg) en ligt aan zee. We rijden ’s middags langs de kust, wandelen op het strand en genieten van een ijsje. Erik vindt nog allerlei barnsteen (hoopt hij ;D). ’s Avonds hebben we een plekje gereserveerd in het restaurant van het hotel…die op de 17de verdieping dus…en daar genieten we van heerlijk eten en cocktails. De ober overtuigt ons dat het traditie is dat je met een cocktail begint. Nou, ik moet zeggen dat mijn virgin cocktail heerlijk smaakte. Naar de rekening achteraf kijken we maar niet (spoiler: hieronder verklap ik hoeveel die van Erik kostte…die met alcohol). 
 
 
  
 
We wilden de laatste dagen eigenlijk langs de kust logeren, maar zoals gezegd zijn (naar onze smaak) goede hotels niet gemakkelijk te vinden. Er zijn wel veel vakantiehuizen, maar die boeken voor 2 nachten is geen optie. Dan maar een dagtripje naar het meest zuidelijke Deense waddeneiland: Rømø. Achteraf zijn we er niet rouwig om dat we daar niet konden logeren. Sowieso is het druk en als we naar het strand gaan (en we hadden dit al gelezen en een keer in Amerika meegemaakt) blijkt dus dat je met de auto erop mag. Ik weet het niet. Voor ons Nederlanders is dit zo tegennatuurlijk. Er staan bordjes dat ze alles doen om de natuur te beschermen en ondertussen rijden er campers en auto’s af en aan. Het is wel een heeel breed strand en voor mensen die slecht ter been zijn of megaveel mee willen nemen is het natuurlijk een uitkomst, maar wij blijven het raar vinden. We eten op het strand een typische Deense hotdog…nou ja, de eigenaar van het tentje is een Duitser die een beetje Nederlands spreekt en als ik geen ketchup of mosterd maar mayo op mijn hotdog vraag zegt ie dat zijn hart daarvan gaat huilen. Toch doet hij het en het smaakt helemaal prima. 
 
 
Op naar de laatste stop van onze reis: Sønderborg. De plek waar de 3de etappe van de Tour de France dit jaar eindigde. Deze plaats stond vooraf niet op mijn lijstje, maar geheel onterecht. Wat een leuk havenstadje zeg. Echt met zo’n houten wandelpromenade langs de kade waar schepen liggen om te overnachten. Allemaal terrasjes erlangs waar we die avond ook eten. Een aanrader dus! Na het eten maken we nog een wandeling om de stad te verkennen. We hebben al op Google Maps gezien dat er een klein strandje is met een stadspark eromheen. Dat is ons plan voor woensdag: lekker relaxen en even nergens heenrijden of niets bezoeken. De voorspelling is dat het mooi weer wordt, dus dat zit mee. Het strand blijkt de volgende dag nogal vol kiezels, dus we leggen ons plaid neer op het gras onder een boom en kijken heerlijk uit over het fjord naar alle boten die voorbijvaren. We lezen wat en doen dus even heerlijk niets. Zeer geslaagde laatste dag. 
 
    
 
Oh, en op Jutland geen mensen of dieren die elkaar kwijt raakten. Wel een oudere mevrouw bij het ontbijt die haar telefoon kwijt was. Na een zoekactie door het bedienend personeel bleek dat ie toch gewoon in haar tas zat. 
 
Het leuke van reizen is natuurlijk dat je veel over een land te weten komt. Hieronder een aantal van onze ervaringen en de weetjes die we bij sommige dingen opgezocht hebben. 
 
Ervaringen/Weetjes: 
  • Er is hier nog gigantisch veel ruimte. Opgezocht: Denemarken is iets groter dan Nederland, maar heeft slechts 5,5 miljoen inwoners. 
  • Je ziet veel jongeren met matrozenpetjes. Opgezocht: Deze krijg je als je geslaagd bent. We zagen ook dat ze soms aan de binnenkant allemaal boodschappen van medegeslaagden bevatten...soort jaarboek dus. 
  • Denen zijn zeer vriendelijk en spreken goed Engels. Dit laatste is wel nodig, want ook al zijn sommige woorden goed te ontcijferen anderen weer totaal niet. Opgezocht: ost is bijvoorbeeld kaas, nou ik herleid dat nergens naar. 
  • Denen houden van hun vlag. Die zie je overal en nergens opduiken, ook echt als vlaggetjes aan stadsbussen en veel huizen hebben een grote vlaggenmast in de tuin. 
  • Het is wel waar dat Denemarken vrij prijzig is. De kroon spande Erik zijn cocktail van 16 euro. Die van mij was maar € 7,25 en die had niet eens alcohol :D Zoals gezegd, ze waren beiden wel erg lekker. 
  • Kruispunten kunnen zeer ingewikkeld zijn. Soms gaat het licht voor zowel fietsers, wandelaars en de automobilisten die rechtdoor rijden én afslaan tegelijkertijd op groen. Als afslaande partij moet je wachten tot iedereen weg is en dan staat het volgende stoplicht voor rechtdoor soms alweer op groen en sta je daar nog. 
  • Overal langs de wegen zie je heel veel verschillende wilde bloemen en stalletjes met verse producten zoals aardbeien, nieuwe aardappelen, bloemen en honing. Niets opgezocht: gewoon zeer charmant. 
  • Rabarber limonade blijft mijn favoriete nieuwe ontdekking. Heb het in Nederland nog nooit op de kaart zien staan, dus daar moeten ze maar eens snel verandering in brengen. 

Thursday, July 7, 2022

Roadtrip – deel 1: Funen

De Denen noemen dit eiland in het midden van hun land ‘Fyn’ en fijn is het zeker. Prachtig groen glooiende landschappen. Dat is onze eerste indruk als we zondag aan het einde van de middag vanaf Jutland oversteken naar Funen. We verblijven de eerste drie nachten van onze vakantie in Odense. De stad van Hans Christian Andersen, die hier geboren is. Ons hotel dat naar de sprookjesschrijver is vernoemd - en hij was nog veel meer leren we later in het museum dat aan hem gewijd is - ligt zeer centraal. De ideale plek om de op twee na grootste stad van Denemarken te ontdekken.

 Voordat we erop uitgaan genieten we ’s ochtends eerst van een heerlijk ontbijtbuffet met opvallend veel ‘groenvoer’ en fruit. Bij toeval staat er op het pleintje voor het hotel iemand van de lokale VVV met een karretje vol informatie over de stad. Alles blijkt met gemak te voet te bezichtigen. We slenteren door de straten naar Brandts Klaedefabrik - een oude kledingfabriek die is omgebouwd tot cultureel centrum en waar ook een aantal leuke boetiekjes en gezellige terrasjes te vinden zijn. We maken een boottochtje in ht park en bezoeken Sankt Knuds kirke en het Hans Christian Andersen Hus. De laatste is het museum waar je leert dat hij ook nog opera’s en biografieën schreef én bedreven was in de knipkunst.

 De oude klinkerrijke straatjes vol kleurrijke huizen en prachtige stokrozen zijn toch wel onze favoriet.

               

 

De volgende dag pakken we de auto om wat meer van de omgeving te zien. We rijden naar Fyns hoved. Het noordelijkste puntje van het schiereiland Hindsholm. Daar kun je een mooi rondje wandelen met prachtige vergezichten. De voorspelling is dat we het niet droog houden, maar het waait behoorlijk en dat is in ons voordeel. Geen spatje regen. Wel worden we getrakteerd op prachtige wolkenluchten. 

 

                       

 

Daarna rijden we door naar Stillinge Strand. Ik volg Brinja Kaaber die daar een koffiehuis/ijstentje runt al jaren op Instagram. En ja, als we dan toch in de buurt zijn... Om er te komen rijden we over de indrukwekkende Storebaelt brug waar het peloton van de Tour de France een paar dagen geleden nog overheen fietste. Het is een tolbrug en het betalen gaat niet helemaal soepel (zeker niet op de terugweg…), maar het lukt. Daar aangekomen blijkt dat we de buien die we eerder ontlopen zijn nu toch echt over ons heen moeten laten komen. Maar onze timing is prima, want we genieten van een lekkere wafel en een ijsje bij Brinja’s Cirkus Is terwijl we schuilen. Je loopt vanaf daar zo naar het strand. Best een mooi breed zandstrand en het zeewater is prachtig blauw. Erik heeft even gevoeld: het heeft ook een prima temperatuur. Het weer blijft echter dreigend, dus we keren terug naar Odense.

Op de dag drie genieten we een laatste keer van het lekkere ontbijt, branden een kaarsje in de kerk - de dag ervoor had ik geen muntje van 5 kronen - en gaan verder. We verblijven die nacht in het kleine dorpje Brobyværk in een zogenoemde Kro. Dit zijn traditioneel Deense herbergen die in de 12de eeuw dienden als rustplaats voor vermoeide reizigers. Perfecte plek voor ons dus ;D

 

Op de weg daarnaartoe doen we slot Egeskov aan. Als ik Wikipedia mag geloven wordt het gezien als de best bewaarde waterburcht in Europa uit de Renaissancetijd. Het is gebouwd in 1554 en is inderdaad prachtig bewaard gebleven. Wij bezoeken zowel de burcht, waar de familie zelf ook nog woont, en de indrukwekkende tuinen eromheen. Wat een bloemenpracht. Ook zijn we getuige van een pauwenkuiken dat haar ouders kwijtraakt, omdat zij schrikt van het geblaf van een hond. Ze vliegt meters de lucht in, maar vindt geen houvast in de klimop en valt dus naar beneden. Gelukkig is ze oké en vindt moeders haar na een aantal minuten paniekerig rondlopen weer terug. Twee dagen ervoor zagen we ook al hoe een oma haar kleinzoon kwijtraakte na het boottochtje in het park, maar ze elkaar na tien hachelijke minuten ook weer terugvonden. In beide gevallen leefden ze dus nog lang en gelukkig.

 

        

 

Op de weg naar onze Kro stoppen we nog even bij de kerk van Horne. Uniek omdat het een rond schip heeft. Ook hier is de tuin weer zeer netjes onderhouden. Omdat we eigenlijk een beetje in de middle of nowhere zitten eten we ’s avonds in het restaurant van het hotel. Wat een prima keuze blijkt. En ik kan weer een limonade toevoegen aan mijn ik-probeer-zoveel-mogelijk-verschillende-limonades-lijstje. Tot nu toe is rabarber mijn favoriet en de citroenlimonade van Cirkus Is.

De laatste plek die we bezoeken op Funen is Faaborg. Niet een must see wat ons betreft. Maar we scoren er wel stokrooszaadjes. Bij een huis waar exemplaren in allerlei kleuren voorstaan, staat een tafeltje met zakjes zaad en een kistje waarin we het geld kunnen achterlaten. Daarna rijden we door naar Billund. Jawel, het stadje van de lego. Maar dat ligt op Jutland, dus dat komt de volgende keer.  

 

 

 

 

Thursday, July 4, 2019

Roadtrip Cornwall/Devon week 2

We eindigden de vorige post met dat het te hard waaide om naar Saint Michaels Mount te gaan. De wind was ook te hard om onze hotelkamerramen open te doen, dus het werd een korte nacht omdat én de wind de hele nacht enorme herrie maakte én het ondanks de wind wel warm was. De volgende dag waait het nog steeds behoorlijk, maar we wagen het erop en rijden nogmaals naar Manazion, waar je met een bootje overgaat naar het eiland. We hebben geluk. De bootjes varen en Saint Michaels Mount stelt niet teleur. Vooral de kapel in het kasteel is prachtig!


We rijden die dag ook nog naar het typische vissersdorpje Mousehole (foto links hieronder) en naar Lands End, je raadt het al...het uiterste puntje van het eiland (foto rechts....zie je de grot rechts in het midden?). Prachtig uitzicht, maar wat een kermis hebben ze daar van gemaakt. Het lijkt wel een half pretpark.



We zijn er sinds onze aankomst elke dag op uit geweest en lopen dagelijks minstens 5km, dus op zaterdag besluiten we om het rustig aan te doen. Het is tenslotte vakantie. We rijden naar Sennon Cove. Een heerlijk strandje en ondanks dat het bewolkt is, liggen we heerlijk op ons handdoeken en lunchen we met uitzicht over zee. ‘s Middags laat de zon zich ook nog zien, al met al een heerlijke stranddag!
Van John en Elleke, de eigenaren van het hotel in Mevagissey kregen we ook nog de tip mee om Porthcurno te bezoeken en daar ook een deel van het ‘Eikeltjespad’ te wandelen. Ons hotel ligt daar niet ver vandaan dus we besluiten om onze auto te parkeren bij het Minack theatre, omdat het daar gratis parkeren is (we blijven Nederlanders :D) en we van daaruit zo het pad op kunnen lopen. Het strand van Porthcurno ziet er inderdaad prachtig uit en het pad leidt weer tot prachtige vergezichten, maar omdat we er toch zijn besluiten we om ook maar het Minack theatre te bezoeken. En dat is echt de highlight van de dag. Wat een inspirerend verhaal. Dit theater in de buitenlucht is bedacht en gebouwd door 1 vrouw met hulp van haar tuinman.... in die rotsen! Ze droeg zakken zand van het strand naar boven om cement van te maken en toen het in de Tweede Wereldoorlog helemaal in verval raakte heeft ze het daarna weer helemaal opgebouwd. Je kunt er nog steeds in de zomer naar een theatervoorstelling gaan. Helaas hebben wij daar geen tijd voor want we gaan die dag weer verder, maar we zien tijdens ons bezoek wel een een stukje van een theaterworkshop met kinderen die scènes uit Robin Hood spelen. En dat met zo’n uitzicht!




 

Na drie nachten in Cape Cornwall rijden we door naar Newquay. Een beetje schreeuwerige badplaats, maar wel in de buurt van prachtige stranden. We maken op dag 11 van onze roadtrip een lange strandwandeling op het strand van Watergate Bay en ‘s middags pakken we nog een stukje van het Eikeltjespad en de historie van Cornwall mee dat vroeger een echt mijnbouwgebied was.


Zoals je ziet op de rechterfoto hierboven breekt ook vaak de zon door, dus over het weer hebben we helemaal niet te klagen. Geen hittegolf zoals jullie in Nederland, prima temperaturen om van alles te ondernemen, maar ook af en toe van het strand te genieten.

Dinsdag staat in het teken van surfles. De dag ervoor heb ik een privéles van 2 uur besproken. Super leuk om te doen, maar niet gemakkelijk (zeker voor iemand zoals ik met zeer onderontwikkelde arm- en buikspieren ;D) en zeer vermoeiend. Mijn surfleraar Larrick blijft enthousiast en super positief en het lukt me in totaal welgeteld 2x om...een soort van te staan. Met de volgende dag enorme spierpijn in mijn nek, schouders en armen tot gevolg maar ook een glimlach op mijn gezicht als ik de foto’s en filmpjes terugkijk die Erik maakte. Zie op de 2de foto nog net mijn voet en Larrick die niet kan geloven dat ik er weer af val :D :D


De laatste 2 dagen van onze roadtrip verlaten we de kust en trekken we het binnenland in richting Dartmoor Park. In Lydford, het kleine dorpje waar we ook logeren, hikken we naar de White Lady Waterfall en Devils Cauldron. Na alle cliffs, coves, het strand en de zee is deze groene jungle een mooie afwisseling. 


Helemaal blij word ik van de inn waar we slapen. Echt zo’n typische Britse country pub met een grote open haard, dikke zwartgeblakerde stenen muren, een cottage tuin en dus met kamers erboven. 
Lydford licht aan de rand van Dartmoor Park. In het bureautje van onze hotelkamer ligt een boekje met wat wandelroutes. We kiezen er 1 uit en gaan de volgende dag op pad. Wat een weidsheid! Er zijn geen heel specifieke paden en je loopt tussen de vrij grazende schapen, paarden en koeien door. Na ongeveer 10 minuten hebben we onze route gevonden en lopen we in totaal ongeveer 5km. Onderweg komen we een ervaren wandelaar tegen die ons vertelt dat we enorm geluk hebben met het weer, blauwe lucht met zon, omdat het de afgelopen tijd veel geregend heeft en er dan veel moerasachtige stukken zijn (dat merken we op de terugweg met semi-natte schoenen tot gevolg). 





We besluiten om onze laatste middag te relaxen in de tuin van onze inn. Een heerlijk eind van onze vakantie!





















































Friday, June 28, 2019

Roadtrip Devon/Cornwall - week 1

Onze 14-daagse roadtrip door Devon en Cornwall begon vorige week vrijdag met 6 uur vertraging. Een technisch mankement aan het vliegtuig. Waar we gepland hadden lekker in Exeter te lunchen hingen we nu uren doelloos rond op het pittoreske Schiphol. Toen we uiteindelijk op de Britse luchthaven aankwamen bleek dat er geen hatchback voor ons klaarstond maar een station. Aangezien het de eerste keer links rijden wordt voor ons hadden we een automaat gehuurd en die hadden ze dus alleen nog in groot...of groter. In alle reisverhalen lees je over de smalle wegen en straatjes op het platteland dus niet zo blij mee, maar het was niet anders. Geen heel lekker begin van onze reis dus.

Dag 2 liep gelukkig heel wat beter. Exeter is een leuke stad en het was ook nog stralend weer.  De kathedraal, waar de stad om bekend staat, is mooi van buiten én van binnen en ‘s middags lekker tapas gegeten aan de rivier. In totaal 9,4km gelopen.


Op dag 3 ging de roadtrip echt beginnen. Het is inderdaad wennen om links te rijden, maar vooral de smalle wegen zorgen af en toe voor hartkloppingen. Niet voor niets staat blijkbaar onder elk naambord van een dorp de tekst ‘Please drive carefully’. Er ís vaak eigenlijk geen linker- of rechterkant van de weg en als er een tegenligger aankomt moet 1 van de 2 een haventje vinden om ruimte te maken. Er wordt veel gezwaaid om elkaar te bedanken dus dat is dan wel weer gezellig. 
Maar dag drie dus: we doen de twee kustplaatsjes Beer (foto 1 hieronder) en Branscombe (foto 2) aan. Met elkaar verbonden door de South West Coast Path, een wandelpad dat overal in Devon en Cornwall langs de meest prachtige locaties loopt, ofwel door mij genoemd het Eikeltjespad (symbool is namelijk een eikel). Wij lopen een deel van het pad, maar het is niet zulk mooi weer dus we leggen de afstand ook deels met de auto af. Overigens lunchen we heerlijk aan het strand bij Branscombe met een pasty (typisch gerecht van de streek) en een salade Nicoise met makreel. Verse bloemetjes op tafel. 



















Verse bloemen blijken een thema want ze staan ook op mijn nachtkastje in de B&B van Pat en Danny waar we de volgende twee nachten verblijven. Altijd wennen om bij mensen thuis te logeren, maar alles is super schoon, ze zijn heel aardig en vanaf het terras kijken we uit op zee. Overal zie je overigens bloemen, in allerlei soorten en kleuren. Bij mensen in hun tuin en wild langs paden en wegen.

Dag 4 rijden we naar de vuurtoren op Start Point, ook daar loopt het Eikeltjespad langs. Ondanks de mist genieten we weer van de prachtige natuur en op de weg terug begint de zon ook nog eens door te breken. Een tip van Danny is om Totnes te bezoeken, een stadje met een heel eigen karakter. En dat klopt....er lopen veel...hoe zal ik niet zeggen..artistieke types rond. De high street is vol leuke winkels en je kunt er lekker ijs eten.


Op de vijfde dag genieten we van een door Pat gemaakt ontbijtje op het terras en verlaten we Devon om door te reizen naar Mevagissey in Cornwall. Onderweg stoppen we om Charlestown te bezoeken en lunchen we met bio-cola (vreemd, maar wel lekker....of is dat de slogan van een ander drankje ;D) Charlestown is tijden niet open geweest voor bezoekers, omdat in de oude haven vaak films en series worden opgenomen - waaronder Poldark. 


De foto aan de rechterkant is het vissersdorpje Mevagissey waar we de volgende 2 nachten blijven. We eten op een bankje aan de haven fish and chips voordat we weer teruglopen naar ons hotel dat een prachtig uitzicht heeft op zee.

Het blijkt dat de eigenaresse Nederlands is. De volgende dag geeft ze ons een tip voor een mooie wandeling. Ze zegt dat ie ongeveer een uur duurt. Wij doen er 2 uur over, maar stoppen ook regelmatig om foto’s te maken en van het uitzicht te genieten. De paden lopen langs rotsen, maar ook dwars door weilanden. We komen aan in het stadje Gorran Haven, waar we onszelf trakteren op thee/koffie met een brownie. Heerlijk Engelse thee met een sloot melk erin :D We nemen de bus terug en omdat het supermooi weer is geworden pakken we ons handdoeken en slippers en rijden gelijk door naar Pentewan beach waar we hamburgers eten met uitzicht op het strand. We lopen in totaal 8,6 km. Een topdag!



Op donderdag, dag 7, treffen we het niet. We willen naar Saint Michaels Mount, maar daar aangekomen horen we dat het te hard waait voor de bootjes om naar het eiland te varen. We besluiten om door te rijden naar St Ives, een kunstenaarsstadje aan het water. Er wordt hoog over opgegeven op alle sites en in ons reisboekje maar wij vinden het nogal tegenvallen. Het is druk en een beetje schreeuwerig. We lopen naar het Tate St Ives (een dependance van de Tate Modern in Londen). Op de bovenste verdieping bevindt zich het restaurant. Prachtig uitzicht, eten niet zo. Ook de moderne kunst kan ons niet bekoren, maar hé ieder zijn eigen smaak.



Dag 8 hebben we net achter de rug, maar daar begin ik de volgende keer mee.



















Saturday, June 3, 2017

Olympic National Park, Seattle en weer naar huis

In de staat Washington zijn ze gek op country, althans de eerste radiostations die we vinden draaien alleen maar deze muziek. Na de umpteenth keer een country nummer gehoord te hebben met de tekst 'my car eats gas like hell', of iets in die richting, vonden we gelukkig een radiostation dat (oude) pophits draait. Dus ik zing onderweg lekker mee met Pat Benatar, Prince en Madonna. Het kan echter ook risico's met zich meebrengen zo'n meezingzender als je tot tranen toe moet lachen om je bijrijder die de zin 'shake it like a polaroid picture' van Outkasts hit Heya letterlijk naast je uitbeeldt. Oké, dit is waarschijnlijk een kwestie van: je had erbij  moeten zijn... Het was echt vrij grappig.
We stoppen ook af en toe om wat te eten en drinken en het landschap in ons op te nemen. 

  

Onze laatste stop voor Seattle is Sequim (spreek uit skwiem). We blijven twee nachten in dit rustige stadje om het Olympic National Parc te bezoeken. De dag van ons bezoek aan het park begint bewolkt, maar tijdens onze rit erheen begint de lucht al open te breken en uiteindelijk wordt het weer een prachtige dag (we hebben zo'n geluk met het weer!) Tja, wat moet ik verder zeggen over hoe het daar was...de foto's zeggen genoeg. We voelden ons echt 'on top of the world'. 

 


 

En er lag gewoon sneeuw! Zo hoog zaten we.

 

Dit was overigens Hurrican Ridge. Op de terugweg zijn we ook nog gestopt bij Crescent lake en de Marymere Falls. De hike naar de waterval ging door een feeëriek bos dat niet had misstaan in The Princess Bride of Lord of the Rings.

 


 


 

Toen was het tijd voor Seattle. Grote stad, druk verkeer, dus auto weer ingeleverd en te voet verder gegaan. Het wordt saai, maar ook hier mooi weer en wat een leuke stad!! We hebben ook echt wel regen gezien, maar dat was meestal onderweg of vanuit ons hotelraam terwijl we er niet uit hoefden. Er is in Seattle veel te doen en te zien, maar als je er bent neem dan in ieder geval de watertaxi naar West-Seattle. Het is een tochtje van 10 minuten voor $10 retour en je krijgt er een prachtig uitzicht voor op de skyline van de stad.

 



Naast dit boottochtje hebben we ruim 10km wandelend door de stad gestruind langs Pike place market, het Seattle art museum (niet in het museum geweest maar de museumshop is zeker een bezoekje waard), de Seattle library (ontwerp van onze eigen Rem Koolhaas), Pioneer Square met het oudste gebouw van de stad en je hebt een goed uitzicht over Seattle vanaf Smith tower. We kozen ervoor om niet de Space Needle op te gaan omdat je dan obviously de Space Needle zelf niet in je uitzicht hebt, omdat je erop staat :D

 

Maar we hebben dit iconische gebouw natuurlijk wel ook van dichtbij gezien toen we naar het Museum of Pop culture gingen.

 


  

Museum is een bezoekje waard, maar verwacht niet teveel muziekgerelateerde items. Het is meer gericht op tv en film. Je kunt er wel zelf een instrument spelen in het Soundlab (dus losgegaan op de drums) of meespelen in een scène van Startrek (Erik got beamed up by Scottie).

En nu is het de dag van ons vertrek. Ons laatste ontbijtje net verorberd. Koffers inpakken en naar het vliegveld. Het waren iets meer dan 2 weken, maar door alles wat we gezien en gedaan hebben voelt het als veel langer. Op naar de bruine boterhammen met kaas!